De Nederlandse autoindustrie, zeker in vergelijking met andere landen als België, was historisch gezien klein. Waar Belgische automerken tot de jaren ’50 het konden uitzingen, was de autoproductie in Nederland min of meer voorbij in de jaren ’20. Wel was er assemblage van buitenlandse merken, maar ook daar was bijvoorbeeld België veel belangrijker.
Na de Tweede Wereldoorlog besloot men bij DAF, dat tot dan toe aanhangers en vrachtwagens maakte, ook personenwagens te gaan maken. Hier zou later een fabriek voor worden opgezet in het Limburgse Born. Hier werden de DAFs 33, 44, 46, 55 en 66 gemaakt. Later nam Volvo de autobouwende entiteit van DAF over en werd hier de Volvo 66 gemaakt. De eerste modelauto van een in Born geproduceerde auto zou komen van het Hongkongse Playart, dat een Volvo 343 namaakte. Een aparte keuze voor het orientaalse merk, gezien de 343 voornamelijk een Europese aangelegenheid was.
In de jaren ’80 begon de productie van de zogenaamde 400-serie. Een model dat hier niet echt in pastte was de 480ES, een relatief compacte stadswagen. Matchbox maakte hier een modelletje van.
De volgende auto die in Born werd gemaakt was de Volvo S40/V40. De S40 was een sedan, de V40 een station. De autofabriek was toen al niet meer volledig in handen van Volvo: De Nederlandse
staat, Mitsubishi en Volvo hadden alle een derde van de aandelen in wat men op dat moment Nedcar noemde. De S40 en V40 werden tesamen met de Mitsubishi Carisma gemaakt. SIKU maakte de V40 in kleine schaal.
Volvo besloot Nedcar te verlaten om zich te concentreren op de fabriek in het Belgische Gent. Daardoor bleef Mitsubishi alleen achter in de fabriek. Naast de Carisma, die tot en met 2004 werd gemaakt, werd er de Space Star gemaakt. Mitsubishi zocht een strategische partner voor de fabriek en vond deze in DaimlerChrysler. Deze had grote plannen met het merk Smart. De gezamelijk ontwikkelde Mitsubishi Colt en Smart ForFour zouden van dezelfde lijn rollen. Het was tevens de eerste Smart die niet in Frankrijk werd gemaakt.
De Smart ForFour was niet het succes wat DaimlerChrysler voor ogen had en de productie werd al na twee jaar stopgezet. Mitsubishi besloot de fabriek in te zetten voor de productie van de Mitsubishi Outlander in Europa. Deze had twee zustermodellen: De Peugeot 4007 en de Citroën C-Crosser. Er waren plannen deze in Born te bouwen, maar zover kwam het niet. Uiteindelijk besloot Mitsubishi niet verder te willen met de productie van auto’s in Nederland.
Het sluiten van de fabriek in Born was kortstondig. De VDL-groep, bekend van haar bussen, besloot de fabriek te kopen. Na succesvolle onderhandelingen met BMW worden hier sinds 2014 Mini’s en sinds 2017 BMW’s geassembleerd.